Het restant vormt de draagkrachtruimte. Die wordt eerst gebruikt om te berekenen hoeveel kinderalimentatie er betaald kan worden. De kinderalimentatie wordt vervolgens van de draagkrachtruimte afgetrokken. Van de resterende draagkracht (als die er is) wordt een percentage genomen, namelijk 60% bij een alleenstaande, 52,5% in geval van co-ouderschap en 45% voor een gezin. Het op die manier berekende bedrag is beschikbaar voor partneralimentatie. Bij de berekening van de draagkrachtruimte moet er rekening mee worden gehouden dat betaalde alimentatie fiscaal aftrekbaar is. Dat vergroot de draagkracht, wat leidt tot hogere alimentatie.

Hoeveel alimentatie krijg je of moet je betalen?
Leestijd: 10 minutenVoor het vaststellen van partneralimentatie zijn van belang de behoefte van de minst-verdienende ex-partner en de draagkracht van de meest-verdienende ex-partner. De minst-verdienende partner heeft recht op alimentatie gelijk aan het bedrag waar hij behoefte aan heeft. De andere partner is verplicht alimentatie te betalen gelijk aan die behoefte van de ander, maar alleen als hij draagkracht heeft om dat te betalen. Hij hoeft nooit meer te betalen dan zijn draagkracht. Dus als zijn draagkracht bijvoorbeeld nul is, hoeft hij in principe niets te betalen, ook als de ander daar wel behoefte aan heeft.
Hieronder kan je lezen hoe de termen “behoefte” en “draagkracht” in dit verband worden gebruikt.
Alimentatienormen (de zgn. Tremanormen)
Voor het vaststellen van de “behoefte” en de “draagkracht” zijn normen ontwikkeld, die houvast geven bij het berekenen van de alimentatie. Veel gebruikt zijn de zogenaamde Alimentatienormen, ook wel ‘Tremanormen’ genoemd. De alimentatienormen zijn hetzelfde voor gehuwden die gaan scheiden als voor partners met een geregistreerd partnerschap die uit elkaar gaan. Scheidingsmediators, echtscheidingsadvocaten en echtscheidingsnotarissen hebben cursussen gevolgd en hebben computerprogramma’s om de alimentatie volgens die Tremanormen te berekenen.
Verschillen in berekening van alimentatie
Toch kan de uitkomst van die berekeningen verschillend zijn, al naar gelang wie de berekening uitvoert. Dat komt doordat er soms keuzevrijheid is welke gegevens worden ingevoerd. De ene adviseur zal een ander gegeven invoeren dan de andere. Bijvoorbeeld de hoogte van de huur: als die hoger is dan normaal, voer je dan toch die hoge huur in of een meer normale huur? En reken je betaling voor losse klussen mee?
Afwijken van de normen
Het is overigens toegestaan om van de alimentatienormen af te wijken als je dat in de gegeven situatie wenselijk vindt. Dat kan bijvoorbeeld te maken hebben met de persoonlijke situatie en verhoudingen, die in de alimentatienormen niet worden meegenomen, of met de verdere onderlinge regeling van de gevolgen van de scheiding, zoals de afspraken over de kinderen. De rechter kan ook van die normen afwijken, maar zal dat niet zo snel doen. Jullie zelf kunnen dat echter wel doen, en dat kan een voordeel zijn.
Behoefte
De behoefte van de partner aan alimentatie gaat uit van de welstand van het gezin gedurende het huwelijk (of geregistreerd partnerschap). Verder wordt gekeken naar het inkomsten- en uitgavenpatroon in de laatste jaren van het huwelijk en de verwachtingen over de kosten van levensonderhoud na de scheiding. Ook de mogelijkheid om te sparen kan meegerekend worden, als dat bijdraagt aan een goede beoordeling van de welstand waarin tijdens het huwelijk werd geleefd.
Vuistregel
Voor eenvoudige situaties wordt wel als vuistregel gebruikt dat de behoefte van elk van de partners na de scheiding gelijk is aan 60% van het totale netto gezinsinkomen na aftrek van de kosten van de kinderen. Opgeteld is dat dus 120%. Het is duidelijk dat de behoefte van beiden samen na de scheiding groter is dan wat er aan inkomen (na aftrek van de kosten van de kinderen) is. Dat komt doordat twee aparte huishoudens meer kosten dan een gezamenlijk huishouden. Het betekent dat de partners na hun scheiding normaal gesproken niet allebei op de oude voet kunnen doorgaan.
Draagkracht alimentatieplichtige
Met het begrip ‘draagkracht’ wordt bedoeld welk bedrag de alimentatieplichtige in redelijkheid kan betalen, rekening houdend met alle noodzakelijke kosten voor zijn eigen levensonderhoud. De alimentatienormen berekenen de draagkracht aan de hand van modellen. Het zou hier te ver voeren die modellen weer te geven. Vereenvoudigd en ruwweg komt het op het volgende neer:
Uitgangspunt is het Netto Besteedbaar Inkomen (inclusief eventuele fiscale voordelen en heffingskortingen). Daarvan wordt afgetrokken:
- de alimentatievrije voet (bijstandsnorm minus minimale eigen huur);
- de woonkosten boven die minimale eigen huur (mag niet onredelijk hoog worden);
- de premie zorgverzekering;
- de overige relevante kosten, zoals bijvoorbeeld aflossing van (huwelijkse) schulden, premie voor levensverzekeringen, premie voor arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, enzovoort.